Meteomast IJmuiden (MMIJ)
Introductie
De afdeling Wind Energy van TNO Energy Transition heeft van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) de opdracht gekregen om een vierjarig meteorologisch meetprogramma uit te voeren op het Nederlandse deel van de Noordzee. Het doel is om betere windgegevens te verzamelen die gebruikt kunnen worden bij de voorbereidingen van nieuwe offshore windparken in de gebieden die daarvoor zijn aangewezen in het Nationaal Waterplan. Omdat het windaanbod één van de meest belangrijke variabelen is bij het berekenen van de opbrengsten van deze toekomstige parken is het van groot belang om meer betrouwbare windgegevens te verzamelen. Uiteindelijk leidt dat tot meer zekerheid en minder risico’s voor investeerders, waardoor de kosten lager zullen uitvallen.
Op diverse platforms op de Noordzee worden al windmetingen gedaan, maar deze zijn onvoldoende nauwkeurig voor offshore windenergie. Zo zijn de hoogtes waarop gemeten wordt veelal te laag en wordt met te lage frequenties gemeten.





Diverse sensoren

Om het meetprogramma uit te voeren huurt TNO een meetmast die in het najaar van 2011 door RWE op 40 zeemijl (ca. 75 km) buiten de kust ten westen van IJmuiden is gebouwd. Op verschillende hoogtes (tussen 25 en 100 meter) zijn sensoren gemonteerd die windsnelheid, windrichting, temperatuur en drukverschillen waarnemen en registreren.
Tevens is een LIDAR systeem geplaatst dat d.m.v. laserstralen windsnelheden en windrichtingen meet op hoogtes boven de meetmast, tot een hoogte van 300 meter. Om in de toekomst veilige en kostenefficiënte funderingen te kunnen ontwerpen voor windturbines zal de meteomast ook gebruikt worden voor het meten van zeestroming en golfdata.
Daarnaast is het plan om op Lichteiland Goeree (dat op 16 zeemijl (30 km) ten zuidwesten van Hoek van Holland ligt) eveneens een LIDAR systeem te plaatsen.
Alle meetgegevens worden in een database worden opgeslagen die via deze WEB site publiek beschikbaar is. Daarnaast zullen de uitkomsten van het onderzoek gebruikt worden in het research en development programma van het FLOW-consortium (Far and Large Offshore Wind).